Wat is FIP of Feline Infectieuze Peritonitis?
FIP of Feline Infectieuze Peritonitis is een virale aandoening bij katten veroorzaakt door bepaalde stammen van een virus genaamd de feline coronavirus. De meeste stammen van feline coronavirus veroorzaken geen ziekte. Katten die voor het eerst besmet worden met een feline coronavirus vertonen geen symptomen maar er vindt wel een immuniteitsreactie plaats. Bij een klein percentage van de gevallen kan het virus echter veranderen waardoor een stam ontstaat die wel tot klinische klachten leidt. Dit noemen we dan FIP.
Normaal gesproken zorgen witte bloedlichaampjes voor de afweer tegen ziekten. Bij FIP worden de witte bloedlichaampjes geïnfecteerd met het FIP virus. De hevige afweerreactie van het eigen lichaam zorgt voor uitgebreide ontstekingen aan de bloedvaten van de weefsels die de geïnfecteerde cellen bevatten. Dit zijn vaak organen in de buik of in de hersenen.
Wat zijn de vooruitzichten van een kat met FIP?
Zodra een kat klinische FIP met één of meerdere systemen van het lichaam van de kat ontwikkelt, de ziekte is progressief en is bijna altijd dodelijk.
Wat is het risico dat mijn kat FIP ontwikkelt?
Elke kat die een coronavirus draagt is potentieel risico voor het ontwikkelen van FIP. Katten met een zwak immuunsysteem hebben echter een grotere kans om de ziekte te ontwikkelen. Zo hebben ook katten met kattenleukemie (FeLV) en oudere katten een verhoogd risico. De meeste katten die FIP ontwikkelen zijn jonger dan twee jaar, maar in principe kunnen katten van alle leeftijden de ziekte ontwikkelen.
FIP zelf is geen besmettelijke aandoening, een kat die klinische symptomen van FIP vertoond scheidt slechts een heel klein gedeelte van het FIP-virus uit. Feline coronavirus kan tijdens de acute infectie in grote hoeveelheden worden gevonden in het speeksel en ontlasting van katten. Daarna in mindere mate bij herstelde en dragerkatten. Het virus kan enkele weken in de omgeving besmettelijk blijven. De meest voorkomende weg van infectie is overdracht van moeder op kittens met een leeftijd van vijf tot 8 weken.
FIP is relatief zeldzaam bij katten. De ziekte komt echter in hogere percentage voor in grote kattenpopulaties zoals catteries en asielen. FIP is vaker aangetoond bij bepaalde rassen zoals de Pers, Burmees en Balinees. Het is echter niet duidelijk of dit een erfelijke achtergrond heeft.
Wat zijn de symptomen van FIP?
Katten die aanvankelijk blootgesteld aan het feline coronavirus meestal vertonen aspecifieke symptomen en de diagnose “infectie met coronavirus” wordt dan eigenlijk ook nooit gesteld. Sommige katten kunnen wat niezen en/of waterige ogen en neusafscheiding vertonen. Andere katten hebben weer juist wat last van lichte diarree.
Alleen een klein percentage van de katten die zijn blootgesteld aan het feline coronavirus ontwikkelen FIP ontwikkelen en dit kan weken, maanden of zelfs jaren na de eerste coronavirus infectie optreden.
Katten die FIP ontwikkelen vertonen pas in een relatief laat stadium meer of minder ernstige symptomen. Niet zelden leiden deze dan binnen enkele weken tot de dood. De eerste aspecifieke symptomen kunnen bestaan uit:
- verlies van eetlust
- gewichtsverlies
- depressie
- mottige vacht
- koorts
Er zijn twee belangrijke vormen van FIP, de "natte" vorm en de "droge" vorm.
Bij de droge vorm van FIP zullen katten in het algemeen minder snel symptomen vertonen dan bij de natte vorm. Symptomen bij de droge vorm zijn over het algemeen:
- chronische gewichtsverlies
- depressie
- bloedarmoede
- aanhoudende koorts die niet op antibiotica therapie reageert
De natte vorm van FIP is gekenmerkt door een ophoping van vocht in de buik of, minder vaak, in de borst. In het begin van de ziekte, kan de kat soortgelijke symptomen als de droge vorm vertonen. De natte vorm van de ziekte vordert vaak snel en het belangrijkste verschil is de steeds dikker wordende buik door de vloeistofophoping. Soms krijgt de kat zoveel vocht in de buik dat de kat last krijgt van een bemoeilijkte ademhaling.
De diagnose FIP
FIP is lastig te diagnosticeren omdat de genoemde verschijnselen in principe bij heel veel aandoeningen kunnen optreden. De natte vorm is daarbij nog relatief het gemakkelijkst. Uw dierenarts kan de met vocht gevulde buik aanprikken met een dunne naald. Wanneer het vocht bestaat uit gele dradentrekkende vloeistof, wordt FIP wel erg waarschijnlijk.
De enige manier om definitief diagnose FIP is door pathologisch onderzoek van een stukje afwijkend weefsel of het onderzoek van weefsels bij autopsie.
Kan mijn kat worden getest op FIP?
Een van de moeilijkste aspecten van FIP is dat er geen eenvoudige diagnostische test bestaat. De testen die bestaan bewijzen de slechts een eerdere infectie met een coronavirus. Deze testen kunnen echter niet differentiëren tussen een stam die geen FIP veroorzaakt en een stam die dat wel doet. Er zijn testen die de hoogte van het aantal antilichamen, die belangrijk zijn voor de afweer, kunnen testen. Echter, ook hier betekent een hoge antilichamentiter niet automatisch een betere bescherming tegen FIP. Tot op heden is er dus geen manier gevonden om het risico op het ontwikkelen van FIP bij gezonde katten in te schatten.
Kan FIP behandeld worden?
Helaas is er op dit moment geen bekende behandeling of effectieve behandeling van FIP. Behandeling is over het algemeen gericht op ondersteunende zorg, zoals goede verpleegkundige verzorging en voeding, en het verlichten van de ontstekingsreactie. Katten met FIP worden vaak behandeld met antibiotica, corticosteroïden en cytotoxische medicatie. Ondersteunende zorg kan ook bestaan uit vochttherapie, bloedtransfusies en eventueel het afzuigen van de opgehoopte vloeistof in de buik.
Kan ik mijn kat beschermen tegen FIP?
Wanneer meerdere katten in een kleine omgeving worden gehouden, kan de kans op het ontwikkelen van FIP kleiner gemaakt worden met de volgende maatregelen:
- Katten zo gezond mogelijk houden.
- Goede kwalitatieve voeding.
- Kattenbakken schoon te houden en ver van de etens- en drinkbakken af te laten staan.
- Eventuele nesten regelmatig goed te reinigen (uitwerpselen en schoonmaken dagelijks, ontsmetten wekelijks).
- Nieuwe katten en alle katten die worden verdacht van besmetting moeten gescheiden gehouden worden van andere katten.
- Voorkomen van overbevolking.